Centrale Bank Spanje: geen vastgoedzeepbel verwacht
Er zijn geen tekenen van een zogenoemde vastgoedzeepbel en ineenstorting van de markt. Dat verklaarde Pablo Hernandez de Cos, de gouverneur van de Spaanse centrale bank. De Spaanse economie heeft er vijf jaar over moet doen om te herstellen van de catastrofale ineenstorting van de huizenmarkt en zit nu in de lift. Nieuwe angst is dus ongegrond.
De crisisjaren
Wanneer u bekend bent met de onroerend goed markt voor de crisisjaren in 2009, dan weet u mogelijk wat er gebeurt is met de vastgoedzeepbel of onroerend goed bubbel. De onroerend goed markt klapte volledig, waarbij de huizenverkopen zo laag werden dat de prijzen maar liefst met 40 procent daalden.
De bouwsector werd eveneens hard geraakt en miljoenen werknemers kwamen op straat te staan. Voor de crisisjaren was deze sector goed voor ongeveer 12 procent van de totale Spaanse economie. Eveneens was de groei van kredietverlening te groot en de huizenprijzen werden overgewaardeerd. Het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel lag dan ook voor de hand.
Vastgoedzeepbel
Deze vastgoedzeepbel viel in 2008 dus uit elkaar, al zijn de eerste bewegingen te noteren aan het eind van 2007. Volgens deskundigen bestond de desbetreffende bel sinds 1997 (sommigen zelfs al vanaf 1986). Vanaf 1997 was er namelijk sprake van een scherpe stijging van de huizenprijzen. Een stijging die opliep tot maar liefst 30% per jaar. Aangezien veel partijen een graantje mee wilden pikken (en niet alleen de overheid en projectontwikkelaars), liepen de prijzen vaak hoog op. Door verkeerde beleggingen, corruptie en de ineenstorting van de financiële markt, stortte ook de onroerend goed markt in.
De situatie eind 2018
Vandaag de dag is de kredietgroei lang niet zo excessief. De hypothecaire kredietverlening is sterk afgenomen, omdat banken kredietwaardig zijn. Voor wat betreft de bouwsector zien we dat deze sinds het eind van afgelopen decennium aanzienlijk geslonken is. Inmiddels is deze nog maar 5 tot 6 procent van de totale economische productie waard.
De huizenprijzen daarentegen zitten nog steeds in de lift, maar blijven op een normaal niveau. Al beweren boze tongen dat de vastgoedmarkt over het algemeen nog te duur is, met name voor de Spanjaard zelf. Daarbij waarschuwen instanties, zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), voor eenzelfde soort scenario als in 2008. Zij stellen dat de stijging van de vastgoedprijzen met 15% in de loop van de afgelopen drie jaar buitensporig is geweest. Toch zien we aan de markt, dat het juist een stuk beter loopt en we tot aan 2021 een groei mogen verwachten.