Spaanse Verkiezingen 2019
Spaanse kranten staan momenteel vol met nieuwtjes over de nationale verkiezingen. Zelfs in Nederland wordt er aandacht besteed aan het nieuwe kabinet dat de uitdaging aan mag gaan. De Spaanse politiek is de afgelopen jaren niet bijster positief in het nieuws geweest. De laatst gekozen regering moest noodgedwongen aftreden door een van de grootste corruptieschandalen in de geschiedenis van de staat. De regeerperiode werd overgenomen door een andere partij, maar ook deze regering was geen lang leven beschoren. Vandaar dat de Spaanse burger 28 april 2019 weer naar de stembus mag. Interessante vraag is of je als buitenlandse inwoner dan ook een stem mag uitbrengen.
Het Spaanse regeersysteem
Spanje is, net als Nederland, een monarchie. Dit betekent dat het land wordt geleid door een enkel persoon, de monarch. Dit leiderschap is erfelijk, en in het huidige geval van Koning Felipe VI heeft hij de troon overgenomen van zijn vader Juan Carlos I. Spanje is een constitutionele monarchie, wat betekent dat de macht van het staatshoofd staat beschreven in de grondwet. In dit huidige regeersysteem heeft de Spaanse koning een uitvoerende macht, maar de wetgevende macht ligt bij het parlement, dat bestaat uit de Senaat, Senados, en het Congres der Afgevaardigden, Congreso de los Diputados. De Nederlandse tegenhangers hiervan zijn de Eerste en Tweede kamer.
Het Spaanse kiessysteem
De Spanjaarden stemmen, anders dan in Nederland, niet op een bepaald persoon op de kieslijst, maar op de partij zelf. De partij heeft een partijleider, en als de partij wordt verkozen tot grootste partij, wordt de bijbehorende partijleider ook automatisch minister-president van Spanje. Bovendien kiest de partij zelf welke afgevaardigden zij selecteren voor het aantal gewonnen zetels. Er zijn 350 zetels te verkrijgen in het Congres der Afgevaardigden.
Iets wat ook afwijkt van het kiessysteem dat wij kennen in Nederland, is dat Spaanse partijen eventueel in een minderheidsregering kunnen regeren. Er worden geen coalities gevormd waarmee een meerderheid kan worden gevormd. Er worden slechts verbonden gesloten waarin partijen op elkaars steun kunnen rekenen bij beslissingen. Partijen kunnen deze steun echter altijd laten vallen. Alleen tussen kleinere partijen kunnen coalities gesloten worden. Ofwel om als overkoepelende partij groter en dus belangrijker te zijn. Of om als overkoepelende partij deel te zijn van het Congres der Afgevaardigden, aangezien partijen pas vanaf 15 zetels deel mogen nemen.
De te kiezen partijen tijdens de verkiezingen
De populairste partijen zijn zonder meer de PP en de PSOE (zie hieronder het schema voor de betekenis). Echter, voor het eerst sinds de huidige democratie is het machtssysteem tussen deze grote partijen in gevaar gekomen. Kleine partijen maakten de afgelopen decennia geen kans, maar door de opkomst van twee relatief nieuwe partijen wordt de politiek beheerst door vier partijen in plaats van twee.
Naam | Afkorting | Richting en idealen | Partijleider |
---|---|---|---|
Partido Popular | PP | Conservatieven, christendemocratisch, centrumrechts, volkspartij | Pablo Casado |
Partido Socialista Obrero Español | PSOE | Arbeiderspartij, sociaal-democratisch | Pedro Sánchez |
Unidas Podemos | Podemos | Sociaal-democratisch, links | Pablo Iglesias |
Ciudadanos-Partido de la Ciudadanía | C’s | Liberalen, centrumrechts | Albert Rivera |
Geschiedenis Spaanse regering
De geschiedenis van de Spaanse democratie kent wat rumoer. In de periode van 1939 tot 1975 regeerde dictator Francisco Franco over Spanje. Na zijn dood werd de democratie weer hersteld, evenals de monarchie. Franco, aanhanger van een op het Fascisme geïnspireerde leidersstijl, kent nog steeds veel aanhangers in Spanje. Bovendien is Spanje een conservatief land, zeker vergeleken met Nederland. Religie staat hoog in het vaandel en de kerk en politiek worden vaak in een adem genoemd. Huidig minister-president Pedro Sánchez is zelfs de eerste minister-president die beëdigd is zonder bijbel of kruisbeeld. Hij vindt dat er binnen de politiek geen ruimte is voor de kerk.
Nederland versus Spanje
Er zijn flink wat overeenkomsten te vinden tussen de regeersystemen van Nederland en Spanje. Beide landen zijn een constitutionele monarchie en beide landen werken met een parlement dat bestaat uit een Hogerhuis en een Lagerhuis. Ook al zijn er enkele grote partijen die de politiek beheersen; er kan gekozen worden uit een flink aantal partijen. Er zijn echter ook verschillen:
- In Nederland kiest de Tweede kamer de vertegenwoordigers voor de Eerste kamer. Het Congres en de Senaat worden in Spanje beiden door het volk verkozen.
- Partijen in Nederland mogen met een zetel deel uitmaken van het parlement. In Spanje is dit vanaf 15 zetels het geval.
- In Nederland in de kieslijst persoonsgebonden. De gewonnen zetels worden ingenomen door de gekozen kandidaten. In Spanje wordt alleen de partij verkozen en maken zij zelf een selectie kandidaten.
Als Nederlander woonachtig in Spanje
Nederlanders mogen in Spanje deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen en Europese verkiezingen. Voorwaarde is wel om als inwoner ingeschreven te staan en in het bezit te zijn van een NIE-nummer. In regionale of nationale verkiezingen hebben buitenlandse inwoners geen inspraak. Pas als zij ervoor kiezen om de Spaanse nationaliteit aan te nemen worden ze als Spanjaard gezien en kunnen ze invloed uitoefenen op het minister-presidentschap. Maar ook zonder inspraak te hebben zijn de Spaanse verkiezingen interessant om te volgen. Met de rijke historie en de verdeeldheid van de Spanjaarden, kan de uitslag alleen maar een verrassing worden.